Wat zijn Afwijkende mondgewoonten?

Afwijkende mondgewoonten zijn gewoontehandelingen of bewegingen die negatief zijn voor de gebitsstand, het spreken, het gehoor en de gezondheid. Habitueel mondademen, afwijkend slikken en kauwen en duim- en vingerzuigen (en spenen) zijn afwijkende mondgewoonten. Verder vallen foutieve lipgewoonten, tonggewoonten en nagelbijten onder afwijkende mondgewoonten.

Habitueel mondademen is de gewoonte om in rust de lippen niet te sluiten, waarbij er niet door de neus wordt geademd. De meeste mensen ademen door hun neus, tenzij de neusdoorgang onvoldoende is door bijvoorbeeld een vernauwing door verkoudheid of allergieën. Er wordt dan tijdelijk meer door de mond geademd. Als dit mondademen blijft bestaan terwijl de neus weer doorgankelijk is, wordt de neus nauwelijks meer gebruikt en kunnen de mondspieren verslappen.

Mondademen heeft verschillende gevolgen. De mond droogt uit. Er is daardoor minder speeksel in de mond aanwezig waardoor er veel minder geslikt hoeft te worden. Dit heeft tot gevolg dat de buis van Eustachius, die de neusholte met het oor verbindt, te weinig wordt geopend. De kans op oorontstekingen en andere gezondheidsproblemen neemt hierdoor toe.

Afwijkend slikken kan onder andere ontstaan door mondademen, maar komt ook voor als er gewoon door de neus geademd wordt. Bij afwijkend slikken ligt de tong vaak laag onder in de mond. De tong wordt dan tussen de tanden geperst. Doordat de tong telkens tegen de tanden duwt, kunnen die scheef gaan staan. Ook tijdens het spreken kan de tong tussen de tanden komen. Dan slist of lispelt het kind.

Dat heeft vrijwel altijd gevolgen voor de stand van de tanden of kiezen en de vorm van de kaak: op de plaats waar de tong naar buiten komt , ontstaat een open beet.  Dergelijke open beten kunnen met orthodontische behandeling gesloten worden en de tanden komen weer mooi in de rij te staan. Maar vaak (in 26 – 38% van de gevallen) zien we na verloop van tijd weer een open beet ontstaan, omdat verzuimd is de oorzaak van de open beet, in dit geval een verkeerde tongpositie, weg te halen.

Een andere afwijkende mondgewoonte is het duim- of vingerzuigen. Het zuigen op een duim, vinger of speen is normaal bij een baby en peuter, omdat zij nog een grote zuigbehoefte hebben. Het geeft veiligheid. Daarna wordt het vaak een gewoonte en kunnen de tanden scheef groeien. Ook kan de vorm van de mond (het gehemelte) veranderen. Tevens hebben kinderen een grotere kans op een slappe mondmotoriek, waardoor afwijkend slikken kan optreden.

Door het spreken met een speen of een duim in de mond, kan een kind een afwijkende spraak ontwikkeling. De klanken worden dan naar achteren getrokken, omdat de lippen niet bij elkaar kunnen komen met een speen er tussen.

Wat doet een logopedist bij afwijkende mondgewoonten?

De logopedist onderzoekt of er sprake is van een verstoord evenwicht in de mond en stelt daarna een behandelplan op. Dit kan een kortdurende behandeling zijn of het geven van adviezen, afhankelijk van de leeftijd, de oorzaak en de ernst van het probleem. Waar nodig zal de logopedist samenwerken met de tandarts of de orthodontist. Ook bij volwassenen kunnen afwijkende mondgewoonten goed worden behandeld.

Behandeling van afwijkende mondgewoonten.

Of en wanneer er behandeling volgt, hangt vaak af van de ernst van het probleem en de gevolgen die de afwijkende mondgewoonten hebben .

Als kinderen mondademen moet dit  worden gestopt ter voorkoming van terugkerende verkoudheden en oorontstekingen. Bij jonge kinderen zal de behandeling vaak bestaan uit adviezen. Bij oudere kinderen wordt er gewerkt aan lipversterking.

Ook het  afwijkend slikken wordt door ons meestal pas behandeld als een kind wat ouder is. Wel kunnen er op jonge leeftijd adviezen gegeven worden aan de ouders.

Het duim/speen/ of vingerzuigen kan na het derde jaar worden gestopt om de nadelige invloed op de gebitsontwikkeling zo veel mogelijk te beperken.

Als er t.g.v. de afwijkende mondgewoonten een spraakprobleem is, zal de logopedist deze behandelen.

Wij werken bij afwijkende mondgewoonten met OMFT en  PROMPT. hierbij maken we gebruik van de kennis over de SI, de sensorische informatieverwerking. Soms is het nodig een T4Kids , een zachte mondtrainer, erbij te gebruiken.